De ontwikkeling van de Radner leeskaart.

In 1998 ontwikkelde de Oostenrijkse oogarts professor Radner de Radner leeskaart.1

Wat deze leeskaart onderscheidt van de andere (inter)nationaal beschikbare leeskaarten is het principe van de “zinoptotypen”; dit zijn hoog gestandaardiseerde zinnen om de variatie in lexicale moeilijkheid en de invloed daarvan op leesprestatie te minimaliseren. De zinoptotypen bleken een hoge betrouwbaarheid en validiteit te hebben in het testen van het leesvermogen in personen met een normale en verminderde visus.2-4

Een tweede voordeel van de Radner leeskaart is dat deze opgebouwd is in logaritmische schaal. Dit maakt het testen op verschillende afstanden mogelijk.

De Radner leeskaart is in 2006 in Duitsland en Oostenrijk uitgeroepen tot de gouden standaard voor het meten van het leesvermogen.

Op initiatief en onder begeleiding van Dr. Kristel Maaijwee (oogarts-vitreoretinaal chirurg) en in de aanvang ondersteund door de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek het Oogziekenhuis (SWOO) –Flieringa stichting in Rotterdam is in 2005 gestart met de ontwikkeling van een Nederlandse versie van de Radner leeskaart.5,17

De keuze voor de Radner leeskaart werd gemaakt na vergelijking van nationale en internationale leeskaarten. De van oorsprong Engelstalige MNRead (Minnesota Reading chart) en de Duitstalige Radner leeskaart kwamen als beste optie naar voren.

Beide voldoen aan de eigenschappen voor een goede leeskaart:

- toename van lettergrootte volgens logaritmische schaal

- de mogelijkheid tot het simultaan meten van leesvisus en leessnelheid

- het berekenen van één score waarbij leesvisus wordt gecorrigeerd voor het aantal leesfouten.

De Radner leeskaart had echter één extra voordeel: de MNRead gebruikt zinnen die alleen gelijk zijn in aantal regels en letters, maar niet in grootte en positie van woorden. Radner benadrukt juist het belang van zinstandaardisatie, omdat zincomplexiteit ook de leessnelheid beïnvloedt. Bij het afnemen van de leestest mag alleen de afname van lettergrootte invloed hebben op de leesprestatie en niet een verschil in grammaticale moeilijkheid tussen de zinnen.

Hij ontwikkelde daarom gestandaardiseerde en zeer vergelijkbare zinnen in termen van lexicale moeilijkheidsgraad, syntaxis, woordgrootte, aantal lettergrepen en woordpositie. Deze zogenoemde “zinoptotypen” resulteerden in een minimale variatie in leesmoeilijkheid tussen de zinnen. De zinoptotypen bleken een hoge betrouwbaarheid en validiteit te hebben in het testen van het leesvermogen in personen met een normale en verminderde visus. De validiteit is getest door de leessnelheid van de Radner leeskaart te vergelijken met die van een gestandaardiseerde langere tekst (261 woorden) en de correlatie tussen beide methoden was hoog (r = 0.9). Bovendien zijn de Radner leeskaarten onderling getest (er bestaan 3 versies om een leereffect te voorkomen) en met een tijdsinterval van 3 weken ertussen in groepen proefpersonen met verschillende afstandsvisus. Zowel leesvisus als leessnelheid correleerden goed in alle groepen (r > 0.9).2-4

Tweeëndertig nieuwe Nederlandstalige zinnen zijn door Kristel Maaijwee verzonnen die erg overeenkomen in grammaticale moeilijkheid.  Deze zinoptotypen zijn vervolgens getest op een groep van 109 universitaire studenten op leessnelheid en aantal leesfouten per zin. De 24 meest identieke zinoptypen werden geselecteerd voor de introductie en eerste druk van de Nederlandstalige Radner leeskaart.5  De Radner leeskaart bestaat uit 3 leeskaarten van 14 zinnen in afnemende lettergrootte.

De volgende stap was het testen van de betrouwbaarheid van deze 3 Radner leeskaarten in een meer  heterogene groep. Zesendertig patiënten (leeftijd ≥ 50 jaar) met een aandoening van de macula werden daarom geselecteerd om alle 3 de Radner leeskaarten in een willekeurige volgorde hardop voor te lezen. Dit werd na 1 maand herhaald. Zo werd de betrouwbaarheid tussen de leeskaarten ("inter-chart”) en met een tijdsinterval ertussen (“test-retest”) gemeten. Uitkomstmaten waren o.a. leesvisus, leesvisus gecorrigeerd voor leesfouten, maximale leessnelheid en kritische printgrootte. Voor alle patiënten samen zorgde de Radner leeskaarten maar voor maximaal 5% van de totale variabiliteit in de metingen. Deze uitkomsten laten zien dat de Nederlandstalige Radner leeskaarten een zeer betrouwbare meting van het leesvermogen geven in een heterogene groep van patiënten met een subnormale tot lage gezichtsscherpte.17

 

Nadat bleek dat het principe van de oorspronkelijk Duitstalige Radner leeskaart ook toepasbaar was voor een andere taal, werd in navolging van het succes van de Nederlandstalige Radner leeskaart nog voor 10 andere talen een Radner leeskaart ontwikkeld. En aan deze lijst zullen nog meerdere worden toegevoegd de komende jaren.